De cold case van 'het onbekende Kelderlijk' - Amsterdam -11-01-1982

Op 11 januari 1982 deden renovatiemedewerkers een bizarre ontdekking aan de Oudezijds Achterburgwal 143 te Amsterdam. In het monumentale pand, gelegen in het huidige gebied van de Wallen, vonden zij in de half-in-puin liggende kelder iets dat leek op een menselijk stoffelijk overschot. Het zat opgerold in een oud tapijt, dat bij elkaar was gebonden met behulp van een tuinslang. Daarbovenop lag een grote berg met grof vuil. De collega's waarschuwden direct de politie.


Agenten wisten niet wat zij zagen toen bleek dat het dode lichaam inmiddels compleet gemummificeerd bleek te zijn. Het was niet eens meer duidelijk of het een man of een vrouwelijk slachtoffer betrof. Het was een treurig maar dus ook bizar tafereel. De politie kon geen aanwijzingen vinden over zijn identiteit en moest die dus op een andere manier zien te achterhalen. De recherche hoopte met een groot onderzoek op meer duidelijkheid.

Vindplaats
Het monumentale pand aan de Oudezijds Achterburgwal 143 bleek een flamboyante geschiedenis te hebben. Gemeente Amsterdam had het in 1972 opgekocht om te renoveren, waarna het compleet werd dichtgemetseld. Het pand werd na de aankoop regelmatig gekraakt en afwisselend bewoond door door krakers, drugsverslaafden en Hare Krishna’s. De ene groep maakte er volgens buurtbewoners nog een grotere puinzooi van dan de andere. Het lichaam van de man werd uiteindelijk teruggevonden in het gedeelte dat waarschijnlijk door de illegale bewoners werd gebruikt als een soort afvalplek in het pand. 

Het gemummificeerde lichaam was aangetroffen in een opgerold tapijt dat bij elkaar was gebonden met een groene tuinslang. Daarbovenop en ernaast lagen stoelen, stretchers, een fietsframe, deuren en ander grofvuil. Kortgezegd was het er één grote bende. Het stoffelijk overschot lag op zijn zij, met het ene arm onder het hoofd, en het andere langs de borstzijde. Het deed rechercheurs denken aan een positie die mensen innemen tijdens hun slaap. 

Autopsie
Sectie op het lichaam wees uit dat het ging om een mannelijk slachtoffer. De patholoog kon echter niet vaststellen of de man slachtoffer was geweest van een geweldsdelict of dat hij door andere redenen om het leven was gekomen, bijvoorbeeld door een overdosis drugs. Wel leken er twee gaten in de huid van zijn rug te zitten, wat erop kon duiden dat hij wellicht met messteken was vermoord. De politie zei in elk geval rekening te houden met een misdrijf. Verder onderzoek op het lichaam gaf aan dat de mummie nog maar 13.3 kilo woog en dat het al vele jaren in de kelder had gelegen, vermoedelijk zo'n zes of zeven jaar.

Kenmerken
De man was 1.83m lang en had een opvallend kleine schoenmaat 38. Zijn leeftijd werd initieel geschat tussen 19 en 23 jaar, maar later werd ook rekening gehouden met een leeftijd tot 25. Zijn gebit was, vooral gezien zijn leeftijd, zeer slecht en mistte zeven of acht kiezen waarvan er zeker zes getrokken waren. Hoewel er niet veel meer van zijn kleding over was gebleven kon de politie nog wel de labels ervan aflezen. Aan de hand daarvan kon worden opgemaakt dat de man zijn kleding in Duitsland had gekocht. Ook had hij een Zwitsers horloge om zijn pols van het merk Bourbon, twee ringen om zijn vingers (wijsvinger en pink), en een oorbel in zijn linker oorlel. Het slachtoffer had negen tatoeages, waarvan er geen één duidelijk meer zichtbaar was. In de hoop deze beter te kunnen zien werden de verleerde stukken huid in een oplossing van alcohol met water gelegd waarna een aantal tattoos weer beter te zien waren. 

Tatoeages
Ze waren op z'n minst zeer opmerkelijk te noemen. Het bleken stuk voor stuk amateuristische plaatjes die duidelijk niet waren gezet door een ervaren tattoo artist. Eén van de meest opvallende was die op zijn rug van een hand met een brandende kaars in de palm, met daarnaast de Duitse tekst ''Der Teufel Soll Mein Führer Sein!'' -- De letterlijke vertaling: De duivel zal mij leiden. Andere tatoeages waren van een misvormd hartje (rechter onderarm), een vlinder (rechterbeen) en een soort Indianenhoofd van een vrouw (linker onderarm). In de hoop op aanwijzingen schakelde de politie de hulp in van Henk Schiffmacher, Nederlands bekendste tattooartist. Volgens Henk was het duidelijk dat het om gevangenistatoeages ging, maar veel meer duidelijkheid kwam er niet. 

Stille getuigen
De politie deed dagenlang onderzoek in het pand, en verzamelde in totaal zo'n vijf volle zakken met 'stille getuigen'. Er zat van alles tussen, zoals een leeg medicijnenstripje uit 1977, maar ook enkele opvallende briefjes die wellicht konden worden gebruikt als aanknopingspunt. Ze lagen dichtbij het Kelderlijk, en bevatten de tekst: ''Kom zeker eens langs. Kozmos 8 uur'' en ''I'll back in 10 min''... Onderaan stond de naam Karl? Erik?. Het eerste briefje leek te verwijzen naar het Centrum de Kosmos, aan de Prins Hendrikkade. Een spiritueel centrum dat bekend was in de underground- en jeugdcultuur in Nederland en ook in omliggende landen. De briefjes zouden uiteindelijk niet zorgen voor veel meer duidelijkheid. 

Verder onderzoek
Omdat de politie sterk vermoedde dat het Kelderlijk van Duitse afkomst was, vroeg men Interpol Wiesbaden of er mensen werden vermist met de kenmerken van de overleden man. Interpol liet weten dat er niemand vermist was die voldeed aan het signalement. Ook een buurtonderzoek door de Amsterdamse politie leverde niets op. Wel was het voor de politie duidelijk dat de man niet in de kelder moest zijn overleden, maar dat hij daar moedwillig door iemand was gedumpt. Mogelijk was dat gedaan via het pand aan de Bethanië dwarsstraat 12, dat grensde aan de Oudezijds Achterburgwal 143. De twee panden hadden dankzij een vernietigende woningbrand door de jaren heen afwisselend toegang tot de kelder / nis waar het lijk was gevonden. Het muurtje dat de toegang verschafte naar de plek was meerdere keren open en weer dichtgemetseld. 

Omdat de politie niet veel verder kwam in het onderzoek werd de hulp van het publiek ingeschakeld. Via een uitgebreide oproep in de Volkskrant kwam er uit-eindelijk een tip binnen van iemand die graag anoniem wilde blijven. Hij melde dat er in de bovenverdiepingen van de Bethaniëndwarsstraat 12 Hare Krishna’s woonden, en dat er toen inderdaad een gat in de achtergevel zat van de Oudezijds Achterburgwal 143. De tipgever zei dat hij op een bepaald moment zag hoe de Hare Krishna's een matras verbrandde. Dat was vreemd, aangezien ze het matras ook gewoon bij het grofvuil konden neerleggen. Ook meldde hij dat er Duitse jongens rondliepen die aan de drugs zaten. De tip leidde uiteindelijk niet tot meer aanknopingspunten en het onderzoek kwam stilletjes ten einde.

Links: het Zwitsers horloge - Rechts: De opvallende ring

Heropend onderzoek
Begin augustus 2014 besloot een cold case review team de zaak opnieuw onder de loep te nemen. Alles werd opnieuw tegen het licht gehouden, en men vroeg opnieuw hulp aan de bevolking. Wellicht konden mensen ruim 30 jaar na de vondst van het Kelderlijk nog zorgen voor een doorbaak. In Duitsland hielp men mee in de nieuwe zoektocht, waar het tv programma Aktenzeichen XY Ungelöst haar kijkers om informatie vroeg. Het zorgde voor maar liefst twintig tips, die volgens de Amsterdamse politie zeer bruikbaar waren. Vooral één tip sprong eruit, over de ring die het lijk om zijn vinger had. Een tipgever meldde dat het een unieke ring was waar hij de eigenaar van was tot het van hem werd gestolen in de Duitse stad Hamburg. Hoe het sieraad in Amsterdam terecht was gekomen werd jammer genoeg niet achterhaald, maar het verband met Duitsland was opnieuw groter geworden. 

Graf zonder naam
Nog geen jaar na de opleving besteedde SBS6 programma Graf zonder naam aandacht aan de zaak. Presentator Kees van der Spek ging samen met zijn team op onderzoek uit, dat hem al snel leidde naar Duitsland. Op een internetforum bleek iemand zich af te vragen wat er toch gebeurd kon zijn met die ene man die zo'n vreemde tattoo had: ''Der Teufel Soll Mein Führer Sein!''. Kees wist al snel over wie de vraag gesteld was, namelijk ene Andreas Pasternak. Een Duitser die was opgegroeid in weeshuis Kreskenhof in Dorsten, een plaats net over de Duitse grens. Hoewel de beste man zelf moeilijk te vinden was kwam diens moeder al snel in beeld. 

Duitse Satan
Na een bezoek van Kees werd duidelijk dat Andreas Pasternak in 1959 was geboren en ter adoptie was afgestaan. Zijn moeder had al dertig jaar niets meer van hem vernomen. Het verhaal kwam overeen met het Amsterdamse Kelderlijk, dat ook zo'n dertig jaar geleden moest zijn gestorven. De moeder van Andreas ging akkoord met een DNA-test, want hoewel er in 1982 nog weinig over DNA-onderzoek bekend was, was er wel degelijk een kies van het lijk bewaard gebleven. Kees kwam echter van een koude kermis thuis toen hij op het Duitse politiebureau te horen kreeg dat Pasternak nog in leven was, en dat hij een strafblad had. De Duitse politie was zelfs naar hem opzoek wegens een crimineel feit dat hij toevallig de dag ervoor nog had gepleegd. Kees kreeg het adres van Andreas en zocht hem -in de hoop dat hij thuis was- samen met zijn collega op. De Duitser bleek aanwezig te zijn op het verkregen adres en was merkbaar onder invloed van drugs. Hij was in gezelschap van een aantal andere onvoorspelbare druggebruikers en Kees moest erg op zijn hoede zijn. Andreas liet na aandringen zijn 'duivelstattoo' op zijn rug zien. Er stond ''Satan soll mein führer sein''. De tekst kwam niet overeen met dat van het Kelderlijk, maar leek er wel sterk op: ''''Der Teufel Soll Mein Führer Sein!''. Tot grote verbazing van de redactie bleek Andreas ook te beschikken over een tattoo van een vlinder, en van een Indianenmeisje -net als de mummie-. De kans was groot dat Andreas het slachtoffer gekend moest hebben, maar hij liet niets los. Kees en zijn team vertrokken met een zeer onveilig gevoel, en zonder verdere aanknopingspunten. 

Nina Hagen
Dan was er nog een ander opvallend spoor. Op de oude politiefoto's van het pand aan de Oudezijds Achterburgwal was te zien dat er op vier verschillende plekken de namen Ferd ♥ Nina was geschreven in graffiti. Kees en het cold case team wisten algauw de link te leggen met Nina Hagen, een beroemde Duitse zangeres die in de jaren 70 naam en faam had gemaakt in de punk-scene. Het was bekend dat de flamboyante Duitse in die tijd een relatie had met de gitarist van Herman Brood, Ferdinant Karmelk. De graffiti moest haast wel op dit beroemde stel slaan, en Kees zocht contact met de inmiddels op leeftijd geraakte Nina, die overigens ook een affaire had gehad met Brood. Nina liet via haar manager weten het slachtoffer niet te kennen, en het pand ook nooit te hebben betreden. Ze liet ook doorschemeren niets met de zaak te maken te willen hebben en ook niet in de uitzending te willen worden genoemd, een vraag waar Kees van der Spek niet aan kon voldoen. Opvallend was dat Nina Hagen in een Duits tv programma vertelde dat ze lang in een krakerspand in Amsterdam had gewoond... Of ze helemaal de waarheid tegen Kees sprak viel dus enigszins te betwijfelen. 

Raadsel blijft
Eventjes leek Kees van der Spek de zaak te hebben opgelost, maar die sloot zijn programma uiteindelijk af zonder de identiteit van het Kelderlijk achterhaald te hebben. Het blijft dus een raadsel wie de man uit de kelder moet zijn geweest. In ons eigen onderzoek stuitte we op nog een derde persoon die de opvallende 'duivelstattoo' op zijn lichaam had staan. De naam van hem is onbekend gebleven, maar het staat vast dat deze Duitse gedetineerde persoon zijn tatoeage in een Duits gevangenisziekenhuis in Hirschberg heeft laten verwijderen. Opnieuw een link met Duitsland, en wellicht een bevestiging dat het om een 'gevangenistattoo' gaat.

Was het Kelderlijk een Duitse toerist, een rebbelerende kraker of troosteloze drugsverslaafde? Iemand moet weten wie hij was. Denkt u te weten wie het de man was? Zelfs een klein detail kan een nieuw licht werpen op de zaak. Als u zich ook maar iets kunt herinneren willen wij u vragen contact met ons op te nemen. 

Informatie en Tips
Stichting Coldcasezaken hoopt de zaak samen met u te kunnen oplossen. Denkt u iets te weten of te herinneren? Laat het ons dan nu (eventueel anoniem) weten via het onderstaande contactformulier. U kunt ook mailen naar info@coldcasezaken.nl, of een brief schrijven aan Stichting Coldcasezaken postbus 569 - 1780AN Den Helder. -- Wij zorgen ervoor dat de informatie op de juiste plek terecht komt en wordt onderzocht. Twijfel niet en laat het ons nu weten.

Help mee en deel deze zaak met uw volgers


Stichting Coldcasezaken maakt gebruik van informatie uit open bronnen en onze pagina's zijn meestal een mix van (nieuws)berichten die wij zo veel mogelijk in onze eigen woorden vormgeven op de website. We maken vaak gebruik van artikelen uit nationale kranten(archieven) van o.a. De Telegraaf, het AD, Trouw, De Volkskrant, het Parool, NRC  etc. Voor een complete lijst van onze bronnen verwijzen wij u graag naar deze pagina. In dit geval hebben wij o.a. in het bijzonder gebruik gemaakt van informatie uit het tv programma 'Graf zonder naam'. 

Indien u van mening bent dat er teksten of afbeeldingen in strijd zijn met het intellectueel eigendom dan verzoeken wij u om contact op te nemen. Op geen enkele wijze wordt door ons platform bewust onrechtmatig gebruik gemaakt van het intellectueel eigendom van anderen en betrachten wij uiterste zorgvuldigheid. De stichting is een non-profit organisatie en leunt volledig op vrijwilligers.