De cold case van Gerda Merchel - Zeewolde / Amsterdam - 25-07-1984

Op woensdag 25 juli 1984 deed jachtopziener Johan van de Kaa een schokkende ontdekking in het water van de Groenewoudsetocht bij Zeewolde. Daar dreef een jute zak, die bij nader inzien het ontzielde lichaam bleek te bevatten van een naakte vrouw. Het lichaam verkeerde in verre staat van ontbinding, was gewikkeld in folie en verzwaard met een zware steen. Niet veel later werd het slachtoffer geïdentificeerd als de 21-jarige Gerda Merchel, een heroïneverslaafde prostituee die werkte op de Amsterdamse Wallen.

Opmerkelijk genoeg had Van de Kaa nog geen jaar eerder, op vrijwel exact dezelfde plek – het scheelde hooguit honderd meter – ook al een zak in het water aangetroffen met daarin het lichaam van een vrouw. Toen ging het om de 23-jarige Birgit Veit, eveneens prostituee in hetzelfde deel van Amsterdam. Ook haar lichaam was in folie gewikkeld, samen met een zware steen in een jute zak gestopt. En net als Gerda had Birgit ook een Duitse afkomst. Haar moord is tot op de dag van vandaag onopgelost.

Gertruidis J.D. Merchel werd geboren in Nieuwenhagen, vlak bij de Duitse grens. Ze groeide op in het nabijgelegen Geilenkirchen, net over de grens in Duitsland. Op een bepaald moment raakte ze verslaafd aan heroïne en kwam ze op het verkeerde pad. Zo werd 'Gertie' onder meer veroordeeld voor haar betrokkenheid bij een overval. Tegenover de rechter beloofde ze haar leven te beteren en terug naar school te gaan, maar niet lang daarna verhuisde ze naar Nieuwehagen in Nederland. Om haar verslaving te financieren belandde ze al snel in de prostitutie. Hoewel ze een poosje in Heerlen tippelde, belandde ze uiteindelijk op de tippelzone van de Lange Niezel in Amsterdam. Door haar collega's werd ze omschreven als rustig, stil en lief meisje.

Politieonderzoek
Na de vondst van het lichaam moest de politie eerst grote moeite doen om de identiteit van het slachtoffer te achterhalen. In de hoop op aanwijzingen en mogelijk bewijsmateriaal dregde een team van rechercheurs op 27 juli 1984 het water van de Groenewoudsetocht. Voor zover bekend leverde dat niets op. Toch werd niet lang daarna duidelijk dat het ging om de 21-jarige Gerda Merchel. Aan de hand van haar tatoeages kwam de politie uit bij haar ouders, die bevestigden dat het om hun dochter ging.

Al kort na de ontdekking van de moord maakte de politie bekend een duidelijk verband te zien met de moord op Birgit Velt, die in augustus 1983 op vrijwel identieke wijze dood was aangetroffen in het water. In beide zaken kon de doodsoorzaak niet met zekerheid worden vastgesteld, maar men vermoedde dat de vrouwen op dezelfde manier om het leven waren gekomen. De politie ging ervan uit dat beide misdrijven door één en dezelfde dader waren gepleegd. Vanaf dat moment gold iedere verdachte automatisch als verdachte in beide zaken.

Hoewel het lichaam van Gerda in het op dat moment superafgelegen Zeewolde werd aangetroffen, verplaatste het onderzoek naar de moord(en) zich al snel naar het centrum van Amsterdam, waar de politie zoveel mogelijk kennissen, collega’s en getuigen van Gerda probeerde te spreken. Opvallend was dat de tippelaarsters buitengewoon bereidwillig waren om mee te werken. Vermoedelijk speelde de angst mee dat de moordenaar opnieuw zou toeslaan en dat er nog meer slachtoffers zouden vallen. Tijdens het onderzoek kwam nog een opvallende overeenkomst aan het licht tussen de zaken van Gerda en Birgit: beide vrouwen hadden op de avond voor hun dood tegen collega’s gezegd dat ze de volgende dag zouden trakteren — ze zouden een rijke klant hebben binnengehaald. 

Arrestaties verdachten
Op 2 augustus 1984 liet de politie weten dat er een verdachte was aangehouden in de zaak rond de moord op Gerda Merchel. Het ging om F.D., een 33-jarige man uit Amsterdam die bekendstond als vaste klant op de tippelzone aan de Lange Niezel. Volgens tips zou Gerda vlak voor haar dood nog bij hem in de auto zijn gestapt. Mogelijk was hij de laatste persoon die haar levend had gezien. F.D. ontkende alles en zei dat hij een alibi had. De politie ging dat alibi onderzoeken.

Nog geen week later, op 9 augustus, werd opnieuw iemand opgepakt: de 34-jarige L.W., ook uit Amsterdam. Hij werd ook verdacht van betrokkenheid bij de moorden op zowel Gerda Merchel als Birgit Velt. Drie dagen later kwam hij echter alweer vrij, toen bleek dat hij er niets mee te maken had. F.D. zat op dat moment nog vast, maar ook zijn voorarrest werd uiteindelijk opgeheven. Op 22 augustus besloot de rechtbank dat het bewijs tegen hem te mager was om hem langer vast te houden. De politie was weer terug bij af. 

Nieuwe verdachte bekend moorden
Op 7 februari 1985 leek er dan toch een doorbraak te zijn in de zaken van Gerda Merchel en Birgit Veit. Paul Spruit, een 27-jarige man uit Almere, bekende tegenover de recherche niet alleen de moord op zijn stiefvader Henk Franklot, maar zei ook verantwoordelijk te zijn voor de moorden op de twee prostituees. Op dat moment zat hij al vast voor het doden van Franklot, die hij met meer dan dertig messteken om het leven had gebracht. Volgens Spruit mishandelde Franklot zijn moeder regelmatig, wat hem ertoe zou hebben aangezet tot de moord. Welk motief hij had om Gerda en Birgit te vermoorden, werd niet duidelijk. Wel verklaarde Paul dat hij de twee vrouwen zou hebben gewurgd, al waren er geen wurgsporen aangetroffen.

Paul was de zoon van Gerard Spruit, die in 1974 werd veroordeeld voor de moorden op de 9-jarige Basje Bloemena en de 10-jarige Helene Isaac. De politie raakte in zoon Paul geïnteresseerd omdat hij via zijn werk als escort-chauffeur bekend was met Birgit Veit, en omdat meerdere tips daarna in zijn richting wezen. Ondanks dat het motief onduidelijk bleef leek de bekentenis van Paul Spruit de zaken eindelijk op te lossen.

Bekentenis ingetrokken
Toch kwam er al snel een wending toen Paul Spruit op 16 februari 1985 onverwachts zijn bekentenis weer in trok. De recherche was tegelijkertijd begonnen te twijfelen aan zijn verklaringen, nadat was gebleken dat er veel tegenstrijdigheden in zijn verhaal zaten. Officier van justitie mr. Van Gendt liet de pers weten dat 'Spruit bij nader inzien het toch niet gedaan kon hebben' en dat hij niet meer werd verdacht. Uiteindelijk werd hij wel veroordeeld tot vijf jaar cel voor de moord op zijn stiefvader. Paul Spruit liet een maand later in de media doorschemeren dat hij de valse bekentenis had afgelegd omdat hij door de politie dagenlang onderworpen was aan een agressief kruisverhoor. Om van alles af te zijn had hij uiteindelijk, in een flinke woede uitbarsting, maar gewoon bekend, terwijl hij wist dat de dader nog vrij rond liep. In een interview met de Telegraaf liet hij weten dat hij hoopte dat de dader alsnog zou worden gepakt zodat zijn naam kon worden gezuiverd. Het levensverhaal van Paul, evenals dat van zijn vader Gerard, werd jaren later bekend bij het grote publiek door Peter R. de Vries in zijn boek Een moord kost meer levens.

Birgit Veit

Hernieuwde aandacht na nieuwe moord
Half augustus 1987 werd er opnieuw een Duitse 'heroïneprostituee vermoord in Amsterdam. Het slachtoffer, Janet Friedrichs kwam oorspronkelijk uit Ludenscheid en werd voor het laatst levend gezien bij een hotel in het centrum. Janet werd gewurgd teruggevonden in een slootje in het dorpje Noorden. De moord op Friedrichs zorgde voor hernieuwde aandacht voor de moorden op Birgit en Gerda. Nederlandse kranten vroegen zich af of er een 'zomermaniak' actief was, omdat er in vier jaar tijd vijf heroïneprostituees uit Amsterdam waren vermoord waarvan er vier  om het leven werden gebracht in de maanden juli en augustus. Ook de prostituees onderling vroegen zich hardop af of een seriemoordenaar het op hen gemunt had. De hernieuwde aandacht zorgde niet voor de gouden tip in de zaken Birgit Veit en Gerda Merchel. Ook de twee andere  "zomermoorden" op Janet Friedrichs en Maria Bunda bleven tot nog toe onopgelost. 

Tips en Informatie
De moord op Gerda Merchel is zoals gezegd na meer dan veertig jaar nog steeds niet opgelost. En hoewel de zaak inmiddels verjaard is, wil de politie en Stichting Coldcasezaken desondanks dat er duidelijkheid komt voor de nabestaanden van Gerda. Nu de dader geen straf meer kan krijgen zal het misschien makkelijker zijn om belangrijke informatie nu door te geven. 

Heeft u enig idee wie er verantwoordelijk is voor de moord op Gerda Merchel? Laat het ons dan weten via het contactformulier of stuur een e-mail naar tips@coldcasezaken.nl. Zelfs kleine aanwijzingen kunnen het verschil maken. Wij zorgen ervoor dat uw informatie op de juiste plek terechtkomt en voeren – indien nodig – aanvullend onafhankelijk onderzoek uit.

Wilt u anoniem blijven? Vink dan het vakje aan in het contactformulier. Dankzij ons zorgvuldig opgebouwde netwerk kunnen wij volledige anonimiteit garanderen. Twijfel niet. Help mee deze zaak op te lossen.

Stichting Coldcasezaken maakt gebruik van informatie uit open bronnen en onze pagina's zijn meestal een mix van (nieuws)berichten die wij zo veel mogelijk in onze eigen woorden vormgeven op de website. We maken vaak gebruik van artikelen uit nationale kranten(archieven) van o.a. De Telegraaf, het AD, Trouw, De Volkskrant, het Parool, NRC  etc. Voor een complete lijst van onze bronnen verwijzen wij u graag naar deze pagina

Indien u van mening bent dat er teksten of afbeeldingen in strijd zijn met het intellectueel eigendom dan verzoeken wij u om contact op te nemen. Op geen enkele wijze wordt door ons platform bewust onrechtmatig gebruik gemaakt van het intellectueel eigendom van anderen en betrachten wij uiterste zorgvuldigheid. De stichting is een non-profit organisatie en leunt volledig op vrijwilligers.