Onderbelichte rol Stichting Coldcasezaken

Gister was een belangrijke dag, want toen werd bekendgemaakt dat Eva Maria Pommer de overleden vrouw is die op 4 juli 2004 werd aangetroffen in de Wassenaarse duinen, en wier naam meer dan 21 jaar onbekend bleef.

De onderstaande foto werd ruim zeven maanden geleden, op 20 februari, gemaakt in het Duitse Bottrop. Op dat moment stond ik – Sander Meyer – voor de deur van de woning van Eva Maria Pommer. Nadat de stichting een interessante tip had gekregen, deed ik daar onderzoek naar de vraag of deze vrouw mogelijk de onbekende vrouw uit Wassenaar was.

Gister was er veel aandacht voor de identificatie. Talloze kranten, binnen én buiten Nederland, schreven over het feit dat Eva Maria eindelijk was geïdentificeerd. Er hebben veel mensen en instanties keihard gewerkt aan dit resultaat, en dat was ook te lezen. Althans, men schreef over het grote succes van de Identify Me-campagne, en over hoe de politie tot de ontknoping was gekomen. Allemaal volledig verdiend! Maar er was toch wel een opvallend patroon in de meeste kranten: het belangrijke werk van Stichting Coldcasezaken werd in veruit de meeste gevallen teruggebracht tot één of maximaal twee zinnetjes. Meestal stond er alleen dat de stichting ‘de gouden tip’ gaf.

Dat wil ik toch even rechtzetten. Het geeft eerlijk gezegd een wat wrange nasmaak dat onze rol zo minimaal werd belicht, terwijl wij juist de eersten waren die Eva Maria Pommer onderzochten als mogelijke match met de onbekende vrouw uit Wassenaar. Ik mocht van de politie geen enkel detail delen over ons onderzoek, en daar was ik het volledig mee eens. Maar als ik had geweten dat onze rol vervolgens ergens in een donker hoekje zou verdwijnen, had ik daar niet zomaar mee ingestemd. Simpelweg omdat we juist zóveel hebben gedaan.

Ik heb letterlijk voor haar deur gestaan, zoals je ziet op de foto. Wij hebben de gehandicaptenkaart van Eva Maria aan de politie overhandigd – de kaart waar nu in de media over wordt gesproken. Omdat dat kennelijk geen geheim meer is, durf ik dat nu wel te zeggen. Maar geloof me: er is natuurlijk nog veel meer wat we hebben gedaan en waarmee we naar de politie zijn gegaan. Er zaten zeer interessante dingen tussen.

Het belangrijkste is uiteraard dat Eva Maria eindelijk is geïdentificeerd. Maar als de toeters en bellen in de kranten worden uitgedeeld – behalve vaak aan ons – dan kan ik mezelf er niet van weerhouden om dat even recht te zetten. Zo heeft het AD bijvoorbeeld een heel mooi artikel geschreven over onze bijdrage. Maar dat staat niet in verhouding tot al die andere kranten waarin we in één zinnetje worden genoemd, terwijl het stuk soms een heel A4’tje beslaat. In sommige kranten wordt zelfs met geen woord over onze rol gerept, zoals bij de BBC! Je kunt je voorstellen dat dat wel een beetje tegen het zere been is.

Juist voor een kleine stichting als de onze is het belangrijk dat succes zichtbaar wordt. Dat mensen zien dat we een professionele organisatie zijn, die – ondanks minimale financiële middelen – een cruciale rol kan spelen in dit soort zaken. Dat we, wanneer er een tip binnenkomt, afreizen naar het buitenland om aanvullend bewijs te verzamelen. En ook, dat we van ons laten horen als we het gevoel hebben dat we ten onrechte bijna overal uit worden gelaten.

Nogmaals wil ik benadrukken hoe belangrijk de samenwerking in deze zaak was — met de Nederlandse politie, het NFI en iedereen die erbij betrokken was. Deze gezamenlijke inspanning heeft geleid tot de identificatie van Eva Maria, en ik ben ontzettend dankbaar en op gepaste wijze blij dat zij haar naam eindelijk heeft teruggekregen. Voor de kranten die ons wél serieus in hun berichtgeving hebben meegenomen, zijn we bijzonder dankbaar.

Reactie plaatsen

Reacties

Henk Strootman
2 maanden geleden

Klinkt bekend Sander. Ik weet vanuit mijn ervaring bij bijvoorbeeld het programma van Peter R. de Vries dat je keiharde afspraken moet maken, eigenlijk zelfs schriftelijk. Er zijn altijd personen en organisaties die graag met de eer strijken.

Hervé Thevissen
2 maanden geleden

Ik heb eens jaren geleden vernomen dat er een groep mensen veel aandacht kregen voor iets dat ze ook met veel toeters en bellen hadden gedaan, terwijl een tijd ervoor een andere groep hen was voorafgegaan, waar ik veel symphatie voor had, maar dit deden zonder veel aandacht op te eisen, die dat t.o.v. hen dan ook niet correct vonden.